© Erik Bogaerts

FUR is speels, want zo zit het leven nu eenmaal in elkaar: niks is stabiel. Wie in leven wil blijven, moet telkens weer opveren, van de ene situatie in de andere stuiteren, de ballade inruilen voor een beklemmend ostinato en de drone omwisselen voor de rondzwervende melodie. Samen vormen ze de muzikale pels van een roofdier dat klauwt, beschermt en de jacht inzet met zijn melodieën die flirten met de noise.
Dit is jazz. Maar er zit ook een vleugje pop in, met dank aan de overvloed aan eenvoudige melodieën die de toon zetten voor de harmonie. Dat alles wordt soms doorbroken door een homp noise om ons onder te dompelen in het timbre. De emotie glijdt mee met het gevoel. Het abstracte baant zich een weg naar het hart van de melodische riffs. Dialogen als tegengewicht, collages van tegengestelde energieën die via de arpeggio’s van de vingervlugge gitarist overgaan in momenten die als het ware in de tijd zijn opgehangen, terwijl de klarinet huilt en het vochtige geluid van haar slijmvliezen laat horen. Het slagwerk laat dan weer de groove kapseizen, en vertroebelt en vernietigt de aanknopingspunten van de pulserende beat. De ruimte heerst en laat ons een glimp zien van een duistere en zijdezachte nacht.


‘Bond’ (BMC records & Tricollectif, 26.04.2024)